"How fragile we are"
Sting
Ze zat op de lagere school
Ze speelden vangertje
De jongens tegen de meisjes
Nooit 'de meisjes tegen de jongens'
maar altijd 'de jongens tegen de meisjes'
De jongens noemden de meisjes nooit bij de voornaam
En de meisjes noemden de jongens nooit bij de voornaam
Het was een afgekorte versie van voornaam en achternaam
Zo was het dus:
'Simoon Steek' (en niet Simone van Steekelenburg)
'Miek Braak' (en niet Monique Verbraeken)
'Es Steek' (en niet Ester van Steekelenburg)
Zoiets klinkt denigrerend en dat was ook precies de bedoeling
De jongens stonden boven de meisjes
Van armoe deden de meisjes ook maar mee met die malle afkortingen
Tegen wil en dank deed ze met dit spelletje mee
Maar ze stond er nooit achter
Soms maakte een jongen weleens een vergissing
Dan noemde hij haar plotseling 'Ester'
Ze schrok daar dan van
Ze stond in één keer in een bed van licht:
de jongen had tot haar hart gesproken
en niet tot de naam die ze in dit leven droeg!
Ook had ze plaatsvervangende schaamte voor de desbetreffende jongen:
hij was 'afgegaan' voor zijn kameraden
door haar bij de voornaam te noemen
Dat vond ze sneu voor hem
Maar gelukkig had niemand het gehoord
De andere jongens waren veel te druk bezig
om de andere meiden in de kraag te grijpen
Vangertje, weet je wel?
Ze begreep niet waarom ze het 'ook leuk' vond
De grootste etterbakken vond ze ook leuk
Heel leuk zelfs
Dat begreep ze niet van zichzelf
Want ze deden toch niet vriendelijk!?
Het woord 'erotiek' kende ze nog niet
Hoe puur
Hoe onbevangen
Hoe echt
Ze zocht de nabijheid van de grootste etterbakken
Want die jongens deden nu eens níet een appèl op 'altijd lief zijn'
Bij die jongens hoefde ze niet 'altijd lief' te zijn
Ze waren immers zelf ook niet lief!
Ze voelde zich stoer en zo heerlijk 'niet lief' bij die jongens
Ze zag er zo lief uit, met mooie lange blonde haren
en ondertussen was ze van binnen stoer en niet lief
Dat was een geheim
Dat was een overwinning
Dat wist niemand
Dat was veilig
Het gaf haar een veilig gevoel
Bovendien kon ze verschrikkelijk met hun lachen
Ze waren fysiek sterk
Het waren tuinderszoons
Dus waren ze fysiek sterk
Ze namen 'vangertje spelen' heel serieus
Want als tuinderskind neem je 'welk werk dan ook serieus'
Want als je dat niet doet
dan gaat je bedrijf ten onder
Dat zat hun allemaal in de genen
Dat zat ook de niet-tuinders-kinderen in de genen
Want de niet-tuinders-kinderen
die hadden negen van de tien keren
in hun voorvaderen-groep een tuinder zitten
Dus
Maar goed, die jongens dus
Ze waren erg fysiek met 'vangertje'
Als roofdieren gingen ze op zoek naar hun prooi
Ze schroomden niet voor fysieke nabijheid
En dus vond ze het raar
dat ze haar 'Es Steek' bleven noemen
en niet gewoon 'Ester'
Nooit was ze bang dat ze over een grens gingen
Want ze hadden een goed hart
Een tuindershart
Een eerlijke, hardwerkende tuinder
zonder fratsen
Wel was ze wat bang voor hen
Ze wist nog niet dat 'deze bang' gelijk stond aan 'heel spannend'
Ze was bang voor het onbekende
Want ondanks dat ze zelf nét zo'n broer had
bestond voor haar alleen maar lief lief lief
Ze kende het niet
de agressie van een man
Maar wat vond ze het mooi
Ze vond het prachtig!
En toch steeds die angst
Van oh jee oh jee oh jee
Wat gaat er nu gebeuren
Ik heb het niet in de hand
Trekt er eentje mij hardhandig aan de jas?
Het was eigenlijk niet eens de angst voor de jongens
Nee, het was de angst van:
hoe ga ik reageren?
Hoe ga ik reageren zodat ik niet afga?
Hoe ga ik reageren zodat ze niet denken doetje?
Op een dag deden ze slagbal op het sportveld
De jongens waren fanatiek met sport
Zij vond het prachtig
Ze voelde zich door hen geinspireerd om ook fanatiek te worden
Ze voelde zich door hen uit de tent gelokt
Kom maar op je kunt het wel
Ze liep van het sportveld naar huis
Moe en voldaan van het intensieve sporten
Ze dacht weer aan de jongens
Ach, ze vielen eigenlijk ook best wel mee
Ze dacht verder en verder
en ze deed een briljante ontdekking
Ze 'liep haar eerste levenswijsheid op'
Klein filosoofje ha ha
Terwijl ze nog nooit van het woord 'filosoof' had gehoord
Ze zei tegen zichzelf Ester,
"Deze stoere jongens zijn allemaal ooit ook een baby geweest, net als jij!"
Geen opmerkingen:
Een reactie posten