De tram raast door het drukke Amsterdam.
De trambestuurder dringt passief agressief aan
op vrijhouden van ingang en uitgang.
Anders kunnen nieuwe instappers niet instappen.
Anders kunnen uitstappers niet uitstappen.
Dat belemmert de doorgang.
Mensen denken 'het zal mijn tijd wel duren'.
Ze verzetten geen stap.
Ik sla dit gade.
Zittend op een eenpersoonsplek.
Naar buiten kijkend.
Snoet in het zonnetje.
Het zal mijn tijd wel duren.
Het is ieder voor zich en God voor ons allen.
Dat lijkt de stelregel van een verblijf in Amsterdam.
De deur van een stijlvol grachtenpand gaat langzaam open.
In gedachten hoor ik het piepen der scharnieren.
Evenals het piepen der scharnieren van de oude dame
die voorzichtig, achteruit, naar buiten stapt.
Er is sprake van een kleine verhoging.
Oeps, het lijkt alsof ze bijna valt.
Oeps, ik ben niet in de buurt om te helpen
want de tram gaat alweer bijna rijden.
En niemand die het opmerkt natuurlijk
met door de wol geverfde voorbijgangers
die de stelregel van Amsterdam beter uit hun hoofd kennen dan ik.
Het gaat goed.
Ze komt veilig neer,
op haar stevige
oude-dames-schoenen.
Poehee
gelukkig.
Deze dame heeft vaker met het bijltje gehakt.
Ze kent de regels van de grote stad.
Daar kan ik nog heel wat van leren.
Het zal haar tijd wel duren.
De trambestuurder dringt passief agressief aan
op vrijhouden van ingang en uitgang.
Anders kunnen nieuwe instappers niet instappen.
Anders kunnen uitstappers niet uitstappen.
Dat belemmert de doorgang.
Mensen denken 'het zal mijn tijd wel duren'.
Ze verzetten geen stap.
Ik sla dit gade.
Zittend op een eenpersoonsplek.
Naar buiten kijkend.
Snoet in het zonnetje.
Het zal mijn tijd wel duren.
Het is ieder voor zich en God voor ons allen.
Dat lijkt de stelregel van een verblijf in Amsterdam.
De deur van een stijlvol grachtenpand gaat langzaam open.
In gedachten hoor ik het piepen der scharnieren.
Evenals het piepen der scharnieren van de oude dame
die voorzichtig, achteruit, naar buiten stapt.
Er is sprake van een kleine verhoging.
Oeps, het lijkt alsof ze bijna valt.
Oeps, ik ben niet in de buurt om te helpen
want de tram gaat alweer bijna rijden.
En niemand die het opmerkt natuurlijk
met door de wol geverfde voorbijgangers
die de stelregel van Amsterdam beter uit hun hoofd kennen dan ik.
Het gaat goed.
Ze komt veilig neer,
op haar stevige
oude-dames-schoenen.
Poehee
gelukkig.
Deze dame heeft vaker met het bijltje gehakt.
Ze kent de regels van de grote stad.
Daar kan ik nog heel wat van leren.
Het zal haar tijd wel duren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten