dinsdag 2 oktober 2012

Vliegtuig (droom)









Ik zit in een vliegtuig. Daar kom ik pas achter als ik er al een tijdje in zit.
Waar ga ik naartoe? Ik weet het niet.
Ja, maar als ik een hele lange reis maak, dan kan ik de ticket toch helemaal niet betalen? Dat is dan zonde, want ik moet meteen weer terug, kan immers niet te lang weg blijven van mijn gezin. Anderzijds vind ik het heerlijk om hier als een prinses te zitten.
Het geeft een gigantisch gevoel van vrijheid. Voor zover ik weet, zijn er geen andere passagiers. De cabine wordt wellicht verbouwd. Ik zie blank hout, dat met kleine latjes betimmerd wordt. Het ziet er keurig uit.
Stewards en stewardessen lopen af en aan. Ik word dik verwend.
Het ontbreekt mij aan niets.
Ik heb mijn boekje, mijn muziekje, mijn natje en droogje, en voel mij heerlijk uitgerust.
Ook ben ik heel blij dat ik bij het raam zit, en dat ik uit kan kijken over een sapgroen weiland. Ik voel mij rijk.
Wellicht draag ik de Punjabi Dress, die ik destijds zo liefdevol droeg tijdens mijn reis door India. Ik voel me weer net zo prinsesserig als toen. Er is alleen wel een verschil.
Nu heb ik een gezin. Toen hoefde ik alleen maar voor mezelf te zorgen.
Kon ik uitbreken, als ik wou.
Kon ik zelfs de keuze maken om ontwikkelingswerk te gaan doen.
Wat ik niet gedaan heb, maar er was wel die vrijheid om te kiezen.
Nu kan ik niet zomaar voor onbepaalde tijd vertrekken. Dat wil ik ook niet.
Ik heb helemaal geen zin om zo lang bij mijn gezin weg te gaan.
Anderzijds lokt het avontuur. Want wat geniet ik van die vrijheid!
Ik ervaar genoeg, ja, meer dan genoeg vrijheid binnen mijn gezin. Maar dit is toch anders. Wezenlijk anders. Voorál als het vliegtuig de Hollandse aarde verlaat.
Dan denk ik wauw! Wauw wauw wauw.
Het frappante is, dat het vliegtuig op een 'landingsmanier' opstijgt.
Ik denk dat we turbulentie hebben, maar het bonke bonke bonk is gewoon 'op een landingsmanier' opstijgen.
Nu ik het allemaal opschrijf, realiseer ik mij dat wel, maar tijdens de droom is dit heel verwarrend en brengt het onrust.
Anderzijds juist helemaal niet, en geef ik mij volledig over aan de deskundige bemanning van het vliegtuig. Ik heb een grenzeloos vertrouwen in het vliegtuig en in de bemanning en dit is terecht: vriendelijk en solide.
Ik vind het heel prettig om in zo'n omgeving te verkeren.
Dit blijft niet bij de directe omgeving; het breidt zich uit naar provincie, land, wereld.
Dit vliegtuig met zijn bemanning lijkt mijn nieuwe wereld te worden.
Ik moet ook wel lachen om dat knullige opstijgen, beschouw dit als kinderziektes in een nieuwe organisatie.
Anderzijds ergert het mij: je ziet toch wel dat je nu stijgen en dalen zit om te wisslen?
Maak dit even recht, dan is alles weer goed. Maar zo eenvoudig is het niet.
Het heeft de tijd nodig. Veel tijd.
Ik weet nog steeds niet waar ik naartoe ga, en wanneer ik weer terug kom.
Eerst zie ik bestemming India.
Ik zou mij moeten verheugen: weer terug naar het geliefde India!
Maar ik zie beren op de weg: veel te duur ticket, veel te lang weg bij mijn gezin.
Dan zie ik Boedapest. Oh. Dat is te overzien. Goedkoop ticket en snel weer terug.
Na het knullige 'bonken' en 'turbulentie' (wat een eeuwigheid lijkt te duren) stijgt het vliegtuig dan eindelijk heel langzaam en geleidelijk op.
Eindelijk eindelijk eindelijk; ik kan het nauwelijks geloven, kijk verrukt naar buiten, voel toch ook wel pijn in mijn hart, dat ik de sapgroene weilanden in de ochtendnevel vaarwel moet zeggen.
We vliegen naar: bestemming onbekend.
Hessel weet ook niet waar ik naartoe ga. Hij vindt dat gewoon, maakt er geen punt van.
Het schijnt zo te horen.
Ik schijn het zelf wel te weten, maar het is nog niet bekend gemaakt, en dus weet ik het zelf wel en niet. Dat geeft rust.
Ik kan nu rustig en voldaan vertrekken.

P.S.
Het doet ook sterk denken aan de India-reis.
Toen Hessel en ik elkaar leerden kennen, was Luit bezig een reis voor ons beiden voor te bereiden. Hessel maakte er geen punt van om mij drie maanden te moeten missen, reizend met een reisvriend door Azië.
Dat was in de periode september - december 1993.
Nee, had Hessel gezegd.
Ga nu maar, want anders moet ik de rest van ons leven aanhoren 'dat je eigenlijk altijd nog naar India gewild had'. Als Hessel ooit ergens gelijk in gehad heeft, dan is het wel hierin.
Het klopte precies!
Ester was naar India geweest en was een flink deel van haar wilde haren kwijtgeraakt
(maar niet alles natuurlijk, dat is onmogelijk, gelukkig maar!).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Strandwandeling

  Het is een regenachtige ochtend in de trein naar Amsterdam Centraal. De deur van de 'persoonlijke huiskamer' - ofwel Eerste Klas c...