woensdag 13 juni 2012

Bekeuring



Ze werkte in de zorg voor verstandelijk gehandicapten.
Ze was op zoek naar 'de ware'.
Ze vond dat Kees de ware was.
Kees was bruin, breed, gespierd en had gitzwart haar.
Kees was grappig & guitig.
Weliswaar was Kees 5 jaar jonger en ook nog kleiner
maar Kees was de ware.

Op een dag had ze een afstudeerfeestje bij haar buurjongen.
Hij wilde erg graag dat ze zou komen.
Zij zou de ere-gast zijn zogezegd.
Het was een feestje van kunstenaars.
En dat vond zij extra leuk.
Ze kende die mensen nog maar pas.
En ze wilde die mensen beter leren kennen.

Maar ja, het uitzendbureau belde.
Of ze wel een nachtdienst wilde draaien.
Ze informeerde meteen naar de collega van de nachtdienst.
Ze zeiden dat het een heel ervaren collega was.
Het was een collega die accuraat en funktioneel op kon treden.
Ze zeiden dat dat helemaal goed zou komen.
Ze vroeg naar de naam van de collega.
De intercedent rommelde in de papieren.
Kees, geloof ik. Ja. Kees.

En aldus geschiedde.
Zij alleen vroeg in de avond naar het feestje.
Dat feestje waar óók die ene kunstenaar zou komen.
Die student fotografie.
Die student waar ze vorige maand zo verschrikkelijk mee gelachen had.
Die student zou óók naar dat feestje komen.
En die zou heel erg balen en ook boos zijn.
Balen, omdat hij haar niet zou treffen op dat feestje.
Balen, omdat dát niet de bedoeling was geweest.
Buurjongen teleurgesteld.
Student fotografie teleurgesteld.

Ze nam een cassettebandje met haar lievelingsmuziek mee naar de nachtdienst.
Kom maar zei Kees, ik speel het wel even af.
Het cassettebandje liep vast.
Zij was innerlijk pislink dattie het gemold had.
Maar ach nee hoor zei ze, het maakt niet uit hoor.
Het werd een rustige dienst.
Geen crisis. Geen onrust. Geen geschreeuw of gevloek.
Uren verstreken.
Buiten werd het weer licht.
En nog altijd hadden zij elkaar niets te melden.
Zij wilde het niet geloven. Want ja, het was wel Kees.
De Kees.

Op een zwoele zomeravond ging ze uit in de kroeg.
En daar stond hij: Kees.
Ze liepen naar zijn huis.
Hij sloeg een arm om haar heen.
Voor het oog zag het er leuk uit.

Het was bijzonder funktioneel
hoe hij de voordeur van zijn huis opende
hoe hij haar vertelde waar het toilet was
hoe zij dacht ik heb geen tandenborstel en nu dan
hoe ze later op zijn te grote tweepersoonsbed lagen
hoe zij haar lichaamstaal liet spreken dat ze vooral érg moe was
hoe hij tien minuten later als een blok in slaap viel

Haar gevoel volgend, sloop ze het bed uit
Als een dief in de nacht zocht ze naar een pen en een papiertje
Heel funktioneel krabbelde ze er een tekst op
Ze schoot in haar hippiekleren
en binnen vijf minuten stond ze weer op straat

Wat een genot, wat een vrijheid!
De zon kwam op
Kinderen speelden in het vroege ochtendgloren
Ze wilde hen wel omhelzen!

Weken later had ze wéér nachtdienst met Kees
Er moest wel over gepraat worden, zo vond ze
Dat was wel goed zei Kees, heel funktioneel
En dus zouden ze na de nachtdienst ontbijten in een café.
Het was zijn idee en geloof me, zei hij, ze hebben daar heerlijk ontbijt.
Heel funktioneel, moet Kees gedacht hebben, want dan kan ik mooi meerijden.

Ze mocht vaak de Pajero van haar vader lenen.
Na het behalen van haar rijbewijs was ze vergroeid geraakt met de Pajero.
Wat een heerlijke, vertrouwde auto.
Nou, moet Kees gedacht hebben, daar wil ik wel in meerijden.
En dan ben ik lekker snel thuis.
Hoef ik niet met de fiets.
Handig.

Zo gezegd zo gedaan.
Kan ik 'm hier wel parkeren?
Oh ja, makkelijk.
Ze dacht hij is hier vaker geweest.
Dan zal hij het ook wel weten.
Nee hoor, je kunt 'm hier wel parkeren.
Het ontbijt smaakte verrukkelijk.
Het gesprek was funktioneel.
Weer een gesprek er doorheen gejast, moet hij gedacht hebben.

Na afloop sprongen ze weer in de Pajero
Zij werd verrast door een bon.
Het was een bekeuring.
Zestig gulden te betalen.
Want het is hier parkeren alléén voor vergunninghouders.
Ze keek Kees aan.
Er verscheen een grijns op zijn gezicht die ze niet gauw zou vergeten.

Kees bleek heel goed in net doen of je neus bloedt.
Kees bleek heel goed in mijn naam is haas.

Ze had 'm het liefst meteen de auto uit willen gooien
maar ze hield de eer aan zichzelf
en zette 'm netjes bij de voordeur van zijn huis af;
de voordeur die hij funktioneel opende.
Doeg!
Ja doeg hoor.

Met de staart tussen de benen reed ze naar het huis van haar ouders.
De zon scheen inmiddels volop
Ze betrapte zich erop, dat ze in zichzelf een liedje zong van Boudewijn de Groot:


"Het is nu ochtend en de zon is al gaan schijnen (..............).

Ik hoop dat ik nooit meer zo'n nacht zal beleven (................).

En ik spring uit bed ik gooi de ramen open mensen zwerven op het plein de lucht is blauw.
Ik wil zonder doel en zonder wegen lopen en gelukkig zijn al is het niet met jou."


Mama was al vroeg opgestaan (als altijd).
Ze was bezig met het behangen van een kamer.
De ochtendzon scheen fel naar binnen.
Ze voelde zich veilig & gesust
door de ochtendzon en haar moeder
in haar kamertje van vroeger.

Schuldbewust vertelde ze over de bekeuring.
Mama moest vooral erg lachen om het verhaal.
Die Kees
die weet niet wattie mist

De bekeuring moest ze zelf betalen.
Dat ze fout geparkeerd had, dat was haar meer dan duidelijk.
Ze betaalde het van de opbrengst van wederom een nachtdienst met Kees.
Een nachtdienst met opgeheven hoofd.
Funktioneel, zogezegd.

Ruim een jaar later ging de telefoon.
Een vriendelijke dame sprak haar toe.
Of ze ook de vriendin was van Kees.
Pardon!?
Ja, ze had zijn agenda gevonden.
Ze kende die hele Kees niet.
Maar ze had haar maar gebeld.
Want haar telefoonnummer stond bovenaan de adressenlijst.

Nee.
Kees ken ik niet.
Geen idee wie het is.
Ze vroeg het aan haar student fotografie.
Kees?
Ik ken geen Kees.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Strandwandeling

  Het is een regenachtige ochtend in de trein naar Amsterdam Centraal. De deur van de 'persoonlijke huiskamer' - ofwel Eerste Klas c...