Zes

Vandaag ben je zes
Je weet het al een beetje
wat mama gekocht heeft
Maar vooral
is het een verrassing
een hele grote verrassing

Het is een koude winterdag
Je draagt je zijden pyama
Je zijden pyama met fladdertjes
Fladdertjes hier
Fladdertjes daar
Zo mooi lichtblauw
Lichtblauw grijs bijna
Zacht

Het is nog koud
als je op blote voetjes
naar beneden loopt
Voetjes over granieten gangvloer
Naar buiten kijkend
waar het nog donker is
Heel heel donker nog

Maar binnen in de kamer
Binnen is het warm
En ze staan er allemaal al

Papa
Mama
Je broers
Je zus

Er hangen slingers
en ze zingen voor je
Ze zingen voor je
want je bent zes
Ze zingen voor je
op die donkere januari-morgen
Waarop je zes geworden bent

Je mag je handjes stijf voor je oogjes houden
En dus
houd je je handjes stijf voor je  oogjes
Je mag op de stoel staan
En dus ga je op de stoel staan
met je handjes stijf voor je oogjes

Ze tellen af
Je papa
Je mama
Je broers
Je zus tellen af

En dan mag je je handjes weg doen
Eerst zie je nog niet zoveel
want het is immers
die donkere januari-morgen
en het was steeds zo zo spannend
dat je eerst even in je oogjes moet wrijven
voordat je goed kunt kijken
en dus
wrijf je eerst even in je oogjes
en dan kijk je heel goed

Je gelooft je ogen niet
Je gelooft je ogen niet

Daar staat een prachtige blauwe poppenwagen
En in de poppenwagen
ligt een prachtige mooie grote pop lekker te slapen

Je gelooft je ogen niet
Je gelooft je ogen niet

Wat ben je blij
Oh God
wat ben je blij

Je vertelt het elke keer weer aan je vriendinnen
hoe blij je was
op het moment
dat je kennismaakte
met je pop in de poppenwagen

Je vertelt het elke keer weer
Je vertelt het elke keer
als jullie gedrieën een wandeling maken

Een wandeling over de laan
met drie poppenwagens
op een rijtje

Je vertelt het elke keer weer
hoe blij je bent

(totdat ze er tureluurs van worden)