Appeltaartdeeg

Appeltaartdeeg
als symbool
van hebzucht

Appeltaartdeeg
Het smaakt je verrukkelijk
Echter
je kunt slechts een klein bolletje opeten
De rest
heb je immers nodig
voor het vullen van de bakvorm

Appeltaartdeeg
Het smaakt je verrukkelijk
Al is het dan maar een klein bolletje
Het smaakt je verrukkelijk

Op een dag
krijg je een tip
Vul de bodem met hotelcake
Dan zakt het vocht van de appels naar beneden
zo de hotelcake in

Zo gezegd zo gedaan
Dan denk je hé
die bodem is nu al bedekt met hotelcake
dus hoeft er geen appeltaartdeeg op

Normaal gesproken eet je één klein bolletje appeltaartdeeg
Of soms helemaal niet, omdat je anders te weinig hebt
En nu
Nu heb je plotseling een overvloed
Een overvloed
aan appeltaartdeeg

Je bedekt de bakvorm aan de zijkanten
Je vult de hotelcakebodem met je appelmengsel
Je maakt mooie reepjes appeltaartdeeg voor er bovenop

Reepje na reepje na reepje
Het appelmengsel is bijna niet meer zichtbaar
Je houdt nu dus écht appeltaartdeeg over
En niet zo'n klein beetje ook

Dus mag je snoepen naar hartelust
Nam je eerst slechts een miezerig klein bolletje
Nu neem je wel een hele reep
Die reep is immers toch over

Net zoals mensen met (te?) veel geld
Nog maar een jasje en een parfummetje
Het geld is toch over ja

Dus jij van dat reepje deeg eten
En die mensen die parfummetjes kopen
En jij doet de appeltaart in de oven
En je hebt gewoon buikpijn van zoveel deeg eten
En die mensen stinken een uur in de wind
Want ze gebruiken veel teveel parfum

Slechts een bolletje appeltaartdeeg
Ja
alléén een bolletje appeltaartdeeg
dat maakt het deeg verrukkelijk
Neem je (veel) meer dan een bolletje
dan smaakt het lang niet meer zo verrukkelijk
en heb je buikpijn

Slechts een vleugje parfum
Ja
alléén een vleugje parfum
dat maakt het parfum verrukkelijk
Neem je (veel) meer dan een vleugje
dan ruikt het lang niet meer zo verrukkelijk
en heb je hoofdpijn

(van de walm)