Telefoongesprek

"Oh hallo, met Nynke.........u bent de vader van Daan?"
"Hallo Nynke.....ja, ik ben de vader van Daan."
"Ja....oh.....ja........is Daan ook thuis?"
"Ja hoor, Daan is thuis."
"Mag ik hem dan misschien even aan de telefoon?"
"Ja hoor, ik zal hem even roepen."
(............)
"Hallo, met Daan."
"Hallo, met Nynke."
"Hé Nynke............wat leuk dat je mij belt!"
"Oh ja nou eh.............ik wou eigenlijk vragen eh...."
"Ja!?"
"Ja, ik hoorde dat jij zo goed bent in wiskunde;
dus wou ik je vragen of je mij wilt helpen met wiskunde."
"Natuurlijk Nynke, leuk, ik ga je helpen!"
"Ja, mevrouw Schrijvers zei dat Jeroen ook heel goed is in wiskunde."
"Ja Nynke...............maar je hebt met Jeroen gezoend!"
 "Ja precies..............hoe wéét jij dat trouwens!?"
"Ik weet álles..............daarom ben ik zo goed in wiskunde!"
"Ja, ik wou ook aan Jeroen vragen of hij mij wilde helpen, maar dat durfde ik niet."
"Nee, dat lijkt me ook niet slim, want je hebt met hem gezóend!"
"Ja, daaróm juist, dan kan ik met hem dáten, snap je!?"
"Nee hoor Nynke, vraag het maar niet aan Jeroen, want je hebt met hem gezoend."
"M.........maar.............."
"Wanneer spreken we af? Morgen na schootijd? Dan ga ik je bijles geven!"
"Oh.........ja.........oké................tof."
"Oké, tot dan.................."
"Oké, tot morgen..................en bedankt hoor Daan...........heel erg bedankt hoor........dag!"